Afgelopen voorjaar reisde ik af naar Californië en raakte gefascineerd door alle palmbomen en ik kwam erachter dat ik niet de enige was die hier van onder de indruk is geraakt. Er zijn namelijk hele mooie tafelboeken gemaakt over dit fenomeen. Waaronder een fotoproject van Marie-José Jongerius.
Wat de wolkenkrabber is voor New York, is de palmboom voor Los Angeles: een symbool voor de stad. Voor haar fotoproject heeft Marie-José Jongerius zich verdiept in Washingtonia robusta (Mexicaanse waaierpalm) , de bekendste van de 28 soorten palmbomen die er in L.A. groeien en met zijn eindeloos lange, spichtige stam het beeld van de stad bepalen. „Zonder de palmbomen zou je niet weten in welke stad je was”, zegt Jongerius..
De palmboom, en dan vooral Washingtonia robusta, fascineerde haar omdat die geldt als het symbool van Los Angeles. „Er zijn kilometers en kilometers aan straten, boulevards en avenues die omzoomd zijn met deze mooie, hoge palmbomen. En juist de hele hoge dunne springen het meest in het oog.”
„Er is nu veel discussie in Los Angeles over de toekomst van de palmen”, vertelt Jongerius. „Veel ervan zijn geplant voor de Olympische Spelen van 1932, en naderen nu het einde van hun natuurlijke leven. In tegenstelling tot wat veel mensen denken is deze palmsoort niet inheems. Ze hebben veel water nodig, ze geven geen schaduw en ze vergen veel onderhoud. Al die dode bladeren, de ‘baard’ van de palmbomen, kan een brandgevaar vormen. Er gaan nu veel stemmen op om ze niet te vervangen.” Hoe treurig verwaarloosde palmen zijn, is te zien op haar foto van een parkeerterrein aan de rand van Palm Springs. Het asfalt is gebarsten en veel van de bomen zijn onthoofd – stokjes zonder lolly.
Het onderhoud is een terugkerend probleem. In 1972, vermeldt Jared Farmer, drukte het al zo zwaar op de gemeentelijke begroting dat er op een traject van drie kilometer langs de snelweg plastic bomen werden neergezet. Het werd een enorm schandaal, met ingezonden brieven aan de krant met suggesties als: „In het kader van zuinigheid zie ik liever echte bomen en plastic opzichters.” Een paar jaar laten waren ze weer weg.
Gemaakt landschap
Jongerius’ verbintenis met Amerika gaat jaren terug. Ze ging er voor het eerst heen in 1995 om in New York stage te lopen bij fotograaf Dana Lixenberg. In 1999 ging ze terug met een werkbeurs van het Mondriaanfonds om portretten te maken van schrijvers en acteurs, en tussen 2002 en 2006 woonde ze er fulltime. „Maar ik raakte in de ban van dat gemaakte landschap.”
Wil je net als ik nog meer toffe palmbomen foto's inkijken? Dan is dit tafelboek een aanrader http://www.edgesoftheexperiment.org/books
Of je kunt natuurlijk ook gewoon een ticket naar Californië boeken :-)